tag:blogger.com,1999:blog-77358996685344722822024-03-13T16:00:49.574+01:00Columns Peter VeenendaalPeter Veenendaalhttp://www.blogger.com/profile/14694257504372960763noreply@blogger.comBlogger20125tag:blogger.com,1999:blog-7735899668534472282.post-48254200247933300592009-03-09T10:45:00.001+01:002009-03-09T12:58:11.713+01:00Eigen luchtvaartmaatschappij eerstPersoonlijk heb ik mijn luchtvaartmaatschappij het liefst ongefuseerd. En bij voorkeur voorzien van het predikaat Koninklijk, met puntjes tussen de letters. Met stoere, strak gespoten luchtreuzen die Albert Plesman, Prinses Margriet of Johan Cruyff zijn gedoopt. En met wel tien parmantige en hulpvaardige blonde twens in blauwe kokerrokjes, bijgestaan door een wat zijige jongeman in purserkostuum.<br /><br />Ik weet nog hoe het rook op oud Schiphol, toen dat het Mekka van de vaderlandse luchtvaart was. Straalvliegtuigen maakten toen pas ècht lawaai, meer nog dan de sonore propellermotoren. Dakota’s, Constellations en DC8’s paradeerden over de betonnen platen van het platform, voor de zwaaiende bezoekers op het terras van de eerste verdieping van het stationsgebouw. Stuiver in de verrekijker. IJsje erbij. Dàt was pas een dagje uit.<br /><br />De K.L.M.; synoniem voor pionierschap, avontuur, veiligheid, geld en verre buitenlanden. Visioenen van een olijk zwaaiende prins Bernhard achter een opengeschoven cockpitraampje, terwijl hij achteloos met zijn andere hand de kist strak bij de vliegtuigtrap parkeert. Teddy Scholten die elegant de vliegtuigtrap afdaalt, omstuwd door reporters na het winnen van het Songfestival met Een Beetje.<br /><br />Nou ja, dat beeld, dus. Toen was heel dat dekselse polderlandje maar wàt trots op onze nationale luchtvaartmaatschappij. En ook de jongere telgen Martin’s Air Charter en Transavia stonden hoog in ons aanzien. Het waren vooral deze charters die de Nederlanders massaal deden kennismaken met de luchtvaart, op weg naar Benidorm of Torremolinos.<br /><br />Het was hun glorietijd en onze - ongefuseerde - luchtvaartmaatschappijen boerden goed. Daarna is het voor mijn gevoel alleen maar minder geworden, ondanks of misschien wel dankzij al dat gefuseer in het wereldje van Peter Stuyvesant. Ik herinner me eindeloze verhalen over de KLM en Northwest Airlines, Alitalia en later dus Air France.<br /><br />Alleen die laatste fusie ging door en schijnt zakelijk een verstandige zet te zijn geweest. Mijn onbehagen is dan ook louter gebaseerd op de teloorgang van zelfstandigheid, van een stukje nationale trots. Het is hetzelfde sentiment waarmee Berlusconi er ten langen leste in slaagde Alitalia te behouden voor de Italianen. Eigen luchtvaartmaatschappij eerst. Luchtvaart is emotie.Peter Veenendaalhttp://www.blogger.com/profile/14694257504372960763noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7735899668534472282.post-32929337409535062222009-02-20T13:08:00.003+01:002009-02-20T13:10:42.610+01:00Nep is goedIs namaak erg, zo kan je je afvragen. Kennelijk wel. Regelmatig zien we beelden van trotse wetsdienaren die grote bergen buitgemaakte nep-dvd’s, nep-parfum of nep-sportartikelen in een vuilverbrander of onder een stoomwals gooien. Dat zal ze leren, die vuile merkpiraten!<br /><br />Maar voor veel mensen is nep helemaal niet erg. Grote delen van Azië en Afrika hebben dagelijks goed te eten door de productie en de verkoop van nagemaakte artikelen van topmerken. Het zal ze niet rijk maken, maar je moet toch echt een behoorlijke vakman zijn wil je een niet van echt te onderscheiden Rolex Submariner in elkaar kunnen prutsen. En vakmannen verdienen hun boterham wel, dat is overal hetzelfde.<br /><br />En dan hebben we het natuurlijk nog niet over de tussenhandel die al die prachtige namaak met gevaar voor eigen leven hier moet krijgen, laat staan over de duizenden verkopers die behangen met glimmende schijnwelvaart in het westen hun kostje bij elkaar scharrelen. Het is een hele industrie, die namaak, en het geld dat er verdiend wordt is echt.<br /><br />Is het dan slecht voor de kopers van die nepspullen? Niet per se. Iedereen die voor een paar tientjes een Gucci-tas of een klokje van Cartier koopt weet echt wel dat het geen echte is. En dat de garantie ophoudt bij de deur. Wie desondanks toch zo’n uitgave doet en zich voor weinig even miljonair kan wanen is niet noodzakelijkerwijs een gedupeerde. Sterker nog. Waarschijnlijk is zo iemand gewoon blij met zijn mooie namaak.<br /><br />Voor wie is het dan erg, die namaak? Voor de industrie? Voor de fabrikanten, de patenthouders, de ontwerpers van die dure, geplagieerde nepartikelen? Zouden die er nadeel van ondervinden? Je zou denken van wel. Maar denk eens door. Het feit dat je spullen nagemaakt worden bevestigt dat ze goed, waardevol en begerenswaardig zijn. Goeie reclame, dus. En dat ze omzetverlies lijden door de verkoop van namaak geloof ik niet. De kopers van nep hebben heus geen geld voor echt, en de kopers van het echte spul zouden nog niet dood gevonden willen worden met een nepartikel.<br /><br />Eigenlijk is alleen die laatste groep, de kopers van het echte spul, gedupeerd. Zij hebben diep in de buidel getast voor een artikel dat zo op het oog ook door minder gefortuneerden gekocht en gedragen kan worden. Weg exclusiviteit. En dat doet pijn in de portemonnee. Maar gek genoeg heb ik daar dan weer weinig medelijden mee.Peter Veenendaalhttp://www.blogger.com/profile/14694257504372960763noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7735899668534472282.post-44025119115326691742009-01-22T16:45:00.001+01:002009-01-22T16:56:43.738+01:00De ouwe joetOp een grote plank boven mijn bed staan wat boeken die ik ooit nog wil lezen, een heus schilderij, wat losse foto’s en een ingelijst tientje. Niet zo’n vaag rood eurotientje, nee, die mooie blauwe van tien gulden. Een ontwerp uit 1968, waarop met kloeke lijnen trefzeker de kop van Frans Hals staat afgebeeld. Ze zijn op het internet te koop bij de betere munten- en postzegelhandel voor 16 euro, splinternieuw of bankfris, zoals dat in die kringen heet.<br /><br />Dat tientje staat daar op die plank omdat ik dat het mooiste bankbiljet vind dat ik ooit - en veelvuldig - heb uitgegeven. De Vuurtoren van 250 gulden is ook schitterend, maar die kwam in een gewoon mensenleven vrij weinig voorbij, tenzij je in de tweedehands auto’s of in de veehandel zat. Een stoer en tijdloos tientje, briljant ontworpen en onberispelijk gedrukt door de firma Enschedé. Met drie blindenstippen. Toen al.<br /><br />Ik heb me wel eens afgevraagd waaróm ik dat blauwe tientje nou zo mooi vind. Alle superlatieven die ik net heb gebruikt zijn waar. Maar waarschijnlijk komt er ook een flinke portie sentiment bij kijken. Een vaag verlangen naar tijden waarin de Nederlandse bankbiljetten, funny money in de ogen van buitenlanders, symbool stonden voor die stoere eigenwijze Nederlanders met hun Schiphol, hun Deltawerken, hun Hoogovens, hun Ajax, hun Philips, hun Heineken, hun Fokker, hun welvaart en hun tolerantie.<br /><br />Een tijd waarin je voor 10 gulden nog heel wat kon doen. Een hoofdgerecht, twee t-shirts, een voetbalkaartje, een bar vol bier. Dat kon allemaal van een tientje. Moet je nu ’s kijken wat je met 10 Euro kan doen.<br /><br />Je zou het misschien gaan denken, maar ik behoor niet tot die zeurpieten die vinden dat de euro alles duurder heeft gemaakt. Dat heeft de middenstand helemaal zelf gedaan. En ik geloof ook dat we met de euro beter af zijn in roerige tijden als de huidige. Maar geef toe. Dat tientje ziet er niet uit, naast de joet van toen.Peter Veenendaalhttp://www.blogger.com/profile/14694257504372960763noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7735899668534472282.post-5301845938488343372009-01-20T09:38:00.002+01:002009-01-20T10:49:36.210+01:00TaalschaamMijn dochter is nu bijna 12. Tot vorig jaar stond zij toe dat ik haar ’s morgens naar school toe liep en regelmatig kwebbelden wij dan vrolijk Vlaams met elkaar. Ik heb namelijk het geluk gehad dat ik voor mijn werk een paar jaar in het schone Vlaanderen heb mogen wonen. Mijn dochter was vier toen we daar als Hollands gezinnetje neerstreken. Binnen een paar maanden sprak ze vloeiend Vlaams en daarnaast - alleen met vriendinnen – het lokale dialect waar geen touw aan vast te knopen was. <br /><br />Inmiddels zijn we al weer jaren terug en spreekt ze jonge meidentaal met een Gooise R die niet van echt te onderscheiden is. Maar dat Vlaams, onderweg naar school, dat vond ze nog wel leuk. Tót we de hoek omsloegen en de school in zicht kwam: Papa, kappen nou. Doe niet zo gek. Stel je voor dat een van haar vriendinnetjes het zou horen. Ze schaamt zich voor haar prachtige Vlaams. <br /><br />Vlamingen zelf zijn fier op hun mooie taal, die ze trouwens consequent Nederlands noemen. Moet je je voorstellen dat wij in Nederland onze eigen taal Vlaams zouden noemen; we zouden ons collectief net zo schamen als mijn dochter. Een rechtstreeks gevolg van ons misplaatse superioriteitsgevoel ten opzichte van de zuiderburen.<br /> <br />Helemáál erg wordt het als een Ollander in Vlaanderen Vlaams gaat klappen. Een collega die ook een tijdje in België heeft gewoond kan het niet laten. Zijn Vlaams klinkt in onze oren redelijk origineel, maar in Vlaanderen zelf zakt-ie binnen een paar zinnen genadeloos door het ijs. Hoogmoed, is het. Een Vlaming zou zich nooit laten verleiden tot het harde, directe taalgebruik van boven de rivieren. Zijn eigen taal is hem te lief.<br /><br />En wij, wij laten ons Nederlands willens en wetens verloederen. Het degelijke Vlaamse taalonderwijs dat mijn kinderen een aantal jaren hebben genoten is er op de Nederlandse school weer grondig uitgepolderd. Mijn dochter en haar drie jaar oudere broer hebben nu net zoveel moeite met d’s en dt’s of met sterke en zwakke werkwoorden als hun klasgenoten. Zij maken zich er niet druk om. En hun docenten vinden dat het allemaal reuze meevalt, als ik ze wijs op niet-gecorrigeerde fouten in werkstukken. Kennelijk zijn wij de taalschaam al ver voorbij.Peter Veenendaalhttp://www.blogger.com/profile/14694257504372960763noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7735899668534472282.post-29515517746333914592009-01-20T09:36:00.000+01:002009-01-20T09:37:11.879+01:00PensioenfondsenNederland heeft het allemaal prima geregeld op pensioengebied, zo blijkt keer op keer uit internationaal onderzoek. Als ik dat lees verbaast het me niks dat ik regelmatig mailtjes krijg van vitale pensionado’s die al enkele jaren met hun jacht ronddobberen in het Caribisch gebied en zich kennelijk zó vervelen, dat ze vragen of de Wereldomroep niet meer programma’s kan uitzenden. <br /><br />Je zal ze de kost moeten geven, die vutters of vroegpensioeners die ruim voor hun zestigste met behoud van alle pecunia een tweede leven zijn begonnen, verlost van baas en bedrijf. Snorkelend, buiten de deur etend en shoppend proberen ze een deuk te slaan in de berg euro’s die elke maand hun kant op komt. <br /><br />En als je daar wat van zegt barsten ze bijna van verontwaardiging. Ze hebben het zelf bij elkaar gespaard, hoor! En ze hebben er hard voor gewerkt!<br />Ja, ja. Vanaf je 25ste elke maand een forse premie betaald aan het pensioenfonds. Vertel mij wat. Verplicht afstorten voor je oude dag. Alleen wij, sukkels van onder de 50, wij zullen toch zeker een jaartje of 10 langer moeten doorwerken en doorbetalen, voor wij ons ooit in het Grijze Genot kunnen storten.<br /><br />Ik vind het helemaal niks, dat Hollandse spaarsysteem waar iedereen zo trots op is. Zo vroeg, zo veel en zo verplicht sparen voor later. Op een leeftijd waarin je elke euro hard nodig hebt om te kitesurfen op Antarctica. En de Nederlandse horeca? Dacht je dat allemaal gratis is? Om nog maar te zwijgen over een hypotheek voor je eerste eigen huis…<br /><br />Nee, de rest van Europa heeft dat veel slimmer bekeken. Niks sparen voor later. Wie dan leeft, die dan zorgt. Daar betalen mensen die nu een baan hebben gewoon voor de oudjes van nu. Via de belastingen. Want daar zij ze voor, die belastingen. En als je te weinig overhoudt ga je gewoon staken. Net zo lang tot je meer geld krijgt. Zo moeilijk is dat toch niet, economie? Ik zou het wel weten. Opmaken, dat geld. En wat er in al die pensioenfondsen zit: gewoon verdelen onder alle Nederlanders. Iedereen een paar ton en mij hoor je niet meer. Ook heel goed voor de economie!Peter Veenendaalhttp://www.blogger.com/profile/14694257504372960763noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7735899668534472282.post-42406939755598585902009-01-20T09:30:00.001+01:002009-01-20T10:48:13.108+01:00Europese leidersAls het over Europese leiders gaat, denk ik vaak even terug aan juni 1999. Er was een Europese topconferentie in Keulen, onder leiding van de kersverse Bonskanselier Gerhard Schröder. Net als de meeste collega-correspondenten bracht ik die top grotendeels wachtend door. Ik maakte een zoveelste wandeling door het afgesloten stukje binnenstad, dat verdeeld was in een groene, een gele en een rode zone. Rood was alleen voor de Europese leiders, dat moge duidelijk zijn.<br /><br />Hoe het is gebeurd heb ik nooit begrepen. Ik ben in ieder geval niet over hekken geklommen en heb geen bewakers overmeesterd. Maar op een zeker moment liep ik over een rode loper te genieten van het fraaie zomerweer, toen ik ineens links en rechts werd ingehaald door mannen in donkere pakken, met bekende koppen.<br /><br />Het duurde even voor ik me realiseerde dat ik dwars door de rode zone banjerde, omringd door de fine fleur van Europa. En die Europese leiders keken er niet eens van op dat ik er zomaar tussen liep. Iemand van de beveiliging, dachten ze waarschijnlijk, áls ze er al een seconde bij stil stonden.<br />Ik haastte mij naar een poortje in het beveiligingscordon en verliet de zone der Europese leiders. Eruit was een stuk lastiger dan erin, maar het lukte. Zonder arrestatie.<br /><br />Diezelfde Europese leiders, waar ik als correspondent bijna dagelijks over berichtte, zijn inmiddels bijna allemaal leiders in ruste. En hoe bekend ze 10 jaar geleden ook waren, zelfs ik moet soms stevig nadenken om een naam bij een oude foto te verzinnen. Wim Kok kennen we nog wel, Jean-Luc Dehaene van België of Jacques Chirac van Frankrijk ook. En natuurlijk Tony Blair. Maar de vroegere Franse premier, Lionel Jospin, die was ik al weer kwijt. Zijn Spaanse collega Aznar kostte me ook enige moeite, om nog maar te zwijgen van de Fin Lipponen, de Portugees Guterrez of de Oostenrijker Klima.<br /><br />Toch waren dat de mannen die 10 jaar geleden het Europa van nu vorm gaven. Zij bedachten ronkende plannen als het Lissabon proces, om van Europa binnen 10 jaar de meest concurrerende economie ter wereld te maken. Kom kom, dat weet u toch nog wel?<br /><br />Ik denk dat types als Kohl, Chirac en Blair nog wel even voortleven in de collectieve herinnering van Europa. Maar de Romano Prodi’s en zelfs de Jan Peter Balkenendes, inmiddels een oudgediende in Europese kring, zijn zullen de geschiedenisboekjes niet halen. Ze stonden aan het roer van Europa in tijden van vrede en welvaart, en probeer dan maar eens in de buurt te komen van Churchill, Adenauer of De Gaulle.Peter Veenendaalhttp://www.blogger.com/profile/14694257504372960763noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7735899668534472282.post-19685676045816019652008-10-17T16:22:00.000+02:002008-11-12T10:32:32.995+01:00JoeHet is 07.08 uur. Een willekeurige donderdagmorgen, ergens in Hilversum. Vrouw-met-baan heeft net de voordeur dichtgeslagen, dochter-van-13 staat een half uurtje onder de douche, tienerzoon slaapt luidruchtig door (altijd de eerste uren vrij, hoe-die dat flikt begrijp ik niet) en vader zit op de rand van het bed, terwijl zijn tenen hun ochtendgynastiek doen. De wekkerradio doet zijn best om het vernieuwde format van de nieuwszender nou eindelijk eens lekker uit de luidspreker te persen.<br /><br />Sluimerend in Toscane, doelloos dobberend in de Cariben of bouwend aan uw nieuwe toekomst in Letland of Rotorua bent u ’s morgens vroeg waarschijnlijk met hele andere dingen bezig. Maar wij niet. Zo komen wij, de Veenendaaltjes, meestal op gang. Geleidelijk en apart; vóór tienen hebben wij weinig met elkaar te maken.<br /><br />De wekkerradio doet verslag van het laatste televisiedebat tussen Barak Obama en John McCain. Ik blijf er al jaren niet meer voor op. Maar op de radio wil ik, de dag erna, best graag een stukje nagenieten. Ene Joe speelt een grote rol in het debat. Joe de Loodgieter. Hij wordt door McCain héél vaak van stal gehaald als een soort poppenkastpop, door wiens mond McCain al zijn kritiek op Obama kan ventileren, alsof de kiezer zelf aan het woord is.<br /><br />Zoiets dus, hadden de campagnestrategen van McCain bedacht. De oude baas deed braaf wat hem voor gezegd was. Joe the Plumber this, Joe the Plumber that... Wel 24 keer. Ik krijg echt het gevoel dat ik naar Radio Sesamstraat zit te luisteren.<br /><br />Dochterlief heeft de douche inmiddels verlaten. Ik hoor haar kamerdeur sluiten. Nu kan ik rustig de badkamer in, zonder het risico van een wederzijds confronterende ontmoeting wegens uitpuilende of ontluikende lichaamsrondingen, waar wij beiden zelf het meest last van hebben. Terwijl de hemel zich opent boven Hilversum, en een wolkbreuk van onze luie straat een woeste rivier maakt, stap ik onder die vertrouwde warme badkamerbui, die elke morgen de laatste restjes slaap wegspoelt. <br /><br />Nauwelijks afgedroogd en half aangekleed hoor in mijn dochter roepen, op dat dwingende toontje dat ze onbewust, waarschijnlijk geheel genetisch van haar moeder heeft meegekregen. “Pap kom ‘s!” Wat is er dan, probeer ik. Maar ik hoor mijn vrouw, soeverein en dwingend: “Je moet nú komen.” Ik stap naar buiten en volg haar blik, naar de werkkamer. Of beter, naar het plafond van de werkkamer. Daar hangt een lamp met een soort omgekeerde matglazen fruitschaal eronder, waar langzaam maar onmiskenbaar water in druppelt.<br /><br />Mijn dochter heeft aan haar meldingslicht voldaan en verdwijnt uit beeld. Ze heeft waarachtig wel iets belangrijkers te doen. Ik staar verbijsterd naar het plafond. Water en stroom, maar nog geen kortsluiting. Ik doe het licht uit. Onderzoek met zaklantaarn wijst uit dat het dak ergens lekt en dat het water langs listige, onpeilbare wegen in het plafond van de tweede verdieping een uitweg zoekt.<br /><br />Ik bedek de zoldervloer met handdoeken en ga telefonisch op zoek naar hulp. Een uur en twee pagina’s Gouden Gids later ben ik nog niet veel verder. Op zo’n moment wil je, als je zelf geen plumber bent, graag de beste vriend van Joe zijn. Even tussendoor, Joe. Noodgevalletje. <br /><br />Maar in Nederland lukt dat niet. Al lang niet meer. Toen ik 7 jaar geleden met mijn gezinnetje terugkeerde na een paar heerlijke jaren in Vlaanderen, leerden we een harde les. De loodgieter in Nederland komt als hij daar zin in heeft en anders niet, meneer. Dat klusje van mij is de moeite niet waard. Misschien heeft hij over een week of zes even tijd. Maar meestal laat hij niets meer van zich horen. Werk zat, loodgieters niet. Zucht. Waar is Joe als je hem nodig hebt?Peter Veenendaalhttp://www.blogger.com/profile/14694257504372960763noreply@blogger.com1tag:blogger.com,1999:blog-7735899668534472282.post-41958792154691898352008-09-05T16:21:00.000+02:002008-11-12T10:33:07.810+01:00Eigen schuldIk weet niet hoe het er bij u thuis aan toeging, maar mijn ouders waren als scheidsrechter in kinderlijke twisten altijd consequent en onverbiddelijk: wie een ruzie begint en verliest moet achteraf niet zeuren. En als een ander begint dan mag je terug schelden, haren trekken, slaan of schoppen. Mits de vergelding maar een beetje in verhouding staat tot de uitlokking. <br /><br />Het is hard, sommigen zouden zeggen barbaars of onchristelijk, maar in zijn eenvoud goed te verdedigen. Een strategie die ik dan ook zelf heb toegepast bij de opvoeding van ons eigen kroost. Dochterlief kreeg ooit eens een forse straf van de juf omdat ze op het schoolplein een jongen had geschopt, op een gevoelige plaats. Uit vergelding, zo bleek later. Hij begon. Dus van mij kreeg ze een aai over de bol. Vaders hebben hun dochters nou eenmaal het liefst zo weerbaar mogelijk.<br /><br />Nou zijn pedagogische huisregels niet per se een bruikbaar instrument in de internationale politiek. De vraag wie een oorlog is begonnen en waarom is achteraf ook moeilijk te beantwoorden. Meestal is het een complex samenspel van historische gebeurtenissen, strategische belangen, politieke spelletjes en blufpoker. Of gewoon dommigheid. <br /><br />Die laatste gedachte dringt zich op als ik de Georgische president Saakasjvili met zijn verongelijkte blik voor de televisiecamera’s hoor uithalen naar de Russen en hun militaire optreden in zijn land. Het arme Georgië verdient de volledige steun van het Westen tegen deze brute agressie, zo luidt zijn boodschap.<br /><br />Maar mijn dochter had Saakasjvili nog kunnen uitleggen dat je een beer beter niet kunt wekken met een ferme schop op een gevoelige plaats. Het is bovendien nogal ongeloofwaardig om een bezet stukje van je eigen land, met je eigen mensen en je eigen kinderen, te willen bevrijden door de hoofdstad te bombarderen. Dat doet denken aan die Amerikaanse legerofficier in Vietnam die beweerde dat een dorp moest worden vernietigd om het te kunnen behouden.<br /><br />Wat volgde was even wreed als voorspelbaar. De Russen sloegen meedogenloos terug en zoals in elke oorlog betaalden vooral burgers de prijs. En als uitgedaagde partij voelen de Russen zich nu natuurlijk volkomen gerechtigd om zelf te bepalen hoe en wanneer dit conflict beëindigd wordt.<br /><br />Volgens veel westerse leiders toont Moskou daarmee zijn ware gezicht, dat we al bijna weer vergeten waren. De agressor die geen kans voorbij laat gaan om weerloze buurlandjes met geweld te onderwerpen. Slechts weinigen onderschrijven de eigen schuld dikke bult-doctrine van mijn zestienjarige zoon. Toen hij op televisie had gezien wat er was gebeurd kwam hij verbaasd bij mij om uitleg vragen: “Is die gast is gek of zo? Een klein landje gaat toch niet de Russen aanvallen? Dan weet je wel zeker dat je verliest.”<br /><br />Toegegeven, het is geen hogere diplomatie. Maar toch jammer dat we dat soort geluiden niet vaker horen.Peter Veenendaalhttp://www.blogger.com/profile/14694257504372960763noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7735899668534472282.post-44195492396490304382008-06-27T16:20:00.000+02:002008-11-12T10:33:30.777+01:00DuitsersMaakt u zich geen zorgen, deze column gaat nauwelijks over voetbal. Maar ik geef toe, dat zou ik ook denken als ik ergens ‘Duitsers’ boven zie staan. En dan schiet me ook meteen dat prachtige citaat te binnen van die Britse sportcommentator: “Voetbal is een spel van elf tegen elf, en aan het eind winnen de Duitsers.”<br /><br />Als u dit leest of hoort zal inmiddels wel duidelijk zijn of ze opnieuw Europameister geworden zijn. En als dat zo is, dan gun ik ze dat nog ook. Jazeker, ik kan tegenwoordig zonder mezelf geweld aan te doen zeggen dat de Duitsers dat hebben verdiend. Gewoon, door meer doelpunten te maken dan de tegenstander. En vooral door harder te werken dan de anderen, tot en met het laatste fluitsignaal. Mooi spel of niet, dat ze zo vaak in een finale staan is niet toevallig.<br /><br />Nog niet zo héél erg lang geleden zou ik dit soort teksten dus niet zo gemakkelijk uit mijn pen hebben gekregen. Dat heeft maar weinig met de oorlog te maken. Ik ben van ’57 en mijn moffenhaat lag onder het naoorlogs gemiddelde, slechts gebaseerd op geschiedenisles en de boekjes Engelandvaarders en Vliegers in het Vuur van K. Norel. In mijn familie waren gelukkig ook geen nare dingen gebeurd.<br /><br />Nee, mijn traumatische ervaring met Duitsers dateert van 1974. Ik was 17 en werkte in de horeca op het strand van een klein badplaatsje in Noord-Holland. Toen ‘we’ op 7 juli, om 1600 uur in de WK finale ten strijde trokken tegen de Duitsers was het strand volkomen leeg. Werkeloos en vol vertrouwen nestelden wij ons op het terras, rond een klein draagbaar tv’tje. Dat vertrouwen hield stand tot na een dikke anderhalf uur ene Hölzenbein zich in het strafschopgebied liet vallen, waarna de penalty meedogenloos werd verzilverd. De Duitsers waren Weltmeister en wij moesten weer aan het werk. <br /><br />Nog geen tien minuten na het laatste fluitsignaal verschenen de eerste brullende bierbuiken op het terras. Urenlang liepen wij af en aan met bier und pommes frites, gegeseld door het gezang en gejuich van onze gasten, tot de koelkasten leeg waren, de avond was gevallen en onze woede langzaam had plaatsgemaakt voor berusting.<br /><br />Die ontluisterende ervaring heeft mijn blik op onze oosterburen jarenlang vertroebeld. Veel later en heel geleidelijk heb ik de Duitsers leren kennen als vriendelijke, serieuze en hardwerkende mensen met een merkwaardige hang naar de hippietijd en een stiekeme bewondering voor de rebelse inborst van die dekselse Hollanders.<br /><br />Van mij mogen ze dus winnen, ten minste, als wij van Oranje niet meer meedoen. Maar daar denken de Hollandse tieners die bij ons over de vloer komen weer heel anders over. Die hebben tot mijn verbazing een geheel zelf ontwikkelde antipathie tegen de Duitsers, althans tegen het Duitse voetbalelftal. Enig doorvragen leert dat dat te maken heeft met het vertoonde matige spel, de eeuwige mazzel die ze steeds lijken te hebben en de brallerige manier waarop ze hun doelpunten en overwinningen vieren. Bizar. Alsof ik mezelf in ’74 hoor praten. Mogelijk was de ervaring van toen voor sommige ouders zo traumatisch dat dat gevoel genetisch verankerd is. Iets anders kan ik er niet van maken.Peter Veenendaalhttp://www.blogger.com/profile/14694257504372960763noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7735899668534472282.post-42740597865714567282008-05-03T16:20:00.000+02:002008-11-12T10:33:50.868+01:00Een vage kennisHet zal een jaar of 10, 12 geleden zijn dat mijn vrouw zich ineens ernstig zorgen maakte over haar totale onkunde op internetgebied. De halve wereld gonsde en borrelde van de www-gekte, die ons leven drastisch beloofde te veranderen. Zelf was ik dagelijks urenlang onvindbaar, verstopt achter mijn uit de kluiten gewassen Personal Computer, in een poging de vooruitgang een beetje bij te houden.<br /><br />Hoewel ik toen al hopeloos achterliep op de voortrekkers in mijn omgeving, zag mijn vrouw in mij toch een beetje een autoriteit. Nou ja, op computergebied dan. Vijftien jaar eerder was ik al begonnen met hobbycomputers. Ik sprak destijds zelfs een aardig mondje BASIC en kon daarmee heuse programmaatjes maken voor zinloze toepassingen. Maar ze deden het wel.<br /><br />Vandaar dat ik mijn lief met enig gezag en ingebakken scepsis probeerde gerust te stellen met de profetische woorden: “Ach lieverd, maak je geen zorgen. Zo snel gaat dat nou ook weer niet met dat internet.”<br /><br />Inmiddels hebben de kinderen elk hun eigen pc en vechten mijn vrouw en ik dagelijks om het gebruik van de derde. Wij surfen, skypen, googelen, gamen, msn’en, shoppen en mailen dat het een lieve lust is. Breedband en draadloos. Wij melden de kids online dat de aardappels op tafel staan, om het even kort samen te vatten. Nee, de Veenendaaltjes zijn behoorlijk bij de tijd, dank u.<br /><br />Een gezinsleven zonder internet is nauwelijks meer voor te stellen. Hoe laat vertrekt de trein? Wat kost zoiets? Zijn er lessen uitgevallen? Tegen wie hockeyen we zaterdag? Kunnen die pukkeltjes kwaad? Hoe moeten we rijden? Zijn er leuke huizen te koop? Dagelijkse vragen die digitaal beantwoord worden. Je hoeft als ouder lang niet meer zoveel te weten als vroeger. Als je de weg maar weet.<br /><br />En die ontwikkeling blijft niet beperkt tot het gezin. Ook het bedrijfsleven verwacht tegenwoordig minder parate kennis van zijn personeel, zo meldde de Volkskrant deze week. Afgestudeerde jongeren weten namelijk niet zo veel als hun voorgangers uit vroeger jaren, met dank aan het moderne onderwijs. Maar ze kunnen wel goed zoeken. En dus bouwt het bedrijfsleven eigen websites met specifieke vakkennis, waar hun werknemers antwoord krijgen op al hun vragen. Ja, zo kan ik ook een vakman zijn…<br /><br />Kennis is macht, leerden we vroeger. Maar het heeft er dus alle schijn van dat kennis steeds minder nodig wordt. Een stelling die mijn kinderen trouwens volmondig onderschrijven, zodra het over huiswerk gaat.<br /><br />Is dat erg, zo kan je je afvragen. Ja, zou ik in eerste instantie zeggen. Want ik behoor nog tot de groep die die kennis nog met bloed, zweet en tranen op zijn eigen, fysieke harde schijf heeft opgeslagen. En als mijn systeem niet al te traag is weet ik nog steeds offline wat het kofschip, de Slag bij Nieuwpoort of de Wet van Ohm betekenen. Dat is handig. Toch?<br /><br />Aan de andere kant, of die kennis nou binnen of buiten je hersenpan ligt opgeslagen, het gaat er uiteindelijk om dat je er snel bij kunt. En dat je er wat mee kan doen. Dus ruim maar lekker op, die bovenkamer. Het is tenslotte voorjaar.Peter Veenendaalhttp://www.blogger.com/profile/14694257504372960763noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7735899668534472282.post-14189962888697542872008-04-04T16:19:00.000+02:002008-11-12T10:34:07.077+01:00De leugen regeertMijn dochter van 12 heeft vele talenten en de meeste daarvan vervullen mijn vaderhart met grote trots. Maar niet alle. Zo kan ze - als het zo uitkomt - liegen alsof het gedrukt staat. Nadat ik haar een tijdje geleden betrapte op een leugentje hadden we een goed gesprek. De kern van mijn vaderpraatje was dat het weliswaar lijkt alsof je met liegen een probleem kan oplossen, maar in werkelijkheid jezelf steeds dieper in de nesten werkt. Ik lardeerde mijn stichtelijke woorden met wat voorbeelden uit mijn eigen jeugd. Want eerlijk is eerlijk, ik kon er ook wat van. Vroeger dan.<br /><br />Een paar dagen geleden kwam ze ’s avonds een kwartier te laat thuis. Lekke band. Ze had wel een half uur moeten lopen en trok er een overtuigend vermoeid gezicht bij. Geen straf dus, maar troostende woorden en een opgewarmd bordje met haar favoriete pasta. En op tijd naar bed, want er wachtte weer een lange brugklasdag.<br /><br />Omdat ik heel goed weet waartoe vaders op aarde zijn liep ik even later de tuin in, gewapend met fietspomp en bandenplakgerei. Ik zette haar fiets op zijn kop en stak een bandenlichter tussen velg en buitenband. Opeens stond ze naast me. In pyjama, huilend. Met horten en stoten kwam de bekentenis er uit. Ze wist dat ze te laat was en had haar voorband leeg laten lopen, om boze reacties te voorkomen. Pas toen ze me bezig zag had ze beseft dat ik het gat niet zou vinden en De Waarheid proefondervindelijk zou achterhalen. <br /><br />Zó doortrapt was ze dus ook weer niet. Haar spijt was ontwapenend en een vaderhart soms groter dan je zou wensen. De zaak is afgedaan met een knuffel en een korte samenvatting van het vorige gesprek. Volgende keer dreigt een taakstraf.<br /><br />Later die avond keek ik naar een lang kamerdebat. Een blonde politicus wiens naam mij even niet te binnen schiet omdat ik niet wil demoniseren had het aan de stok met het kabinet. Zijn woorden logen er niet om. Hij was “belazerd”. Het kabinet had “een vod” geproduceerd waarin onwaarheden zouden staan, waardoor de politicus als “leugenaar” in de hoek werd gezet. Het was “een hele grote schande” dat dat allemaal maar kon in dit land.<br /><br />Het kabinet, bij monde van de premier en de minister van Justitie, gebruikte niet zulke zware woorden maar hield voet bij stuk. Wat er in “het vod” stond was waar. En dus stonden beide partijen lijnrecht tegenover elkaar. En de hele Kamer wist: één van beide staat te liegen. Omdat het hier een volksvertegenwoordiger betrof zou de Kamer normaal gesproken zelf op waarheidsvinding gaan. Maar dan moet de betrokkene wel meewerken en dat gebeurde niet. Hij had er tabak van. “Jullie zoeken het allemaal maar uit.”<br /><br />In de patstelling die ontstond leek de blonde politicus aan de verliezende hand. Wie het hardst schreeuwt heeft het meeste te verbergen, zei mijn moeder altijd. En bovendien, wie gelooft er nou dat het kabinet bewust zou liegen en stukken zou vervalsen om een kamerlid in een kwaad daglicht te stellen? Niemand toch?<br /><br />Nou, dat valt tegen. Volgens diverse peilingen denkt meer dan de helft van de Nederlanders dat de blonde politicus slachtoffer is van een vilein staatscomplot. Dat waren weliswaar geen wetenschappelijke onderzoeken, maar het is toch een uitkomst die er niet om liegt.<br /><br />Kennelijk is de kloof tussen burger en politiek zo groot dat we het kabinet moeiteloos voor een club leugenaars aanzien. Of liegen we zelf zo regelmatig dat we er blind van uitgaan dat ministers dat ook doen. Misschien vinden we het helemaal niet erg dat de blonde politicus liegt, en geven we de oude politiek gewoon lekker de schuld van alles. Hoe dan ook, de leugen regeert, om de majesteit maar eens te citeren. Daar helpt geen knuffel of goed gesprek meer aan.Peter Veenendaalhttp://www.blogger.com/profile/14694257504372960763noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7735899668534472282.post-22440874039700887372008-02-22T16:07:00.000+01:002008-11-12T10:34:25.876+01:00BevruchtingspolitieHet dreigde een sloom weekje te worden in politiek Den Haag. Het weinige nieuws dat er was kwam uit Kosovo, Cuba en de ledenraad van Ajax. Het Haagse journaille veerde dan ook verrast op toen minister Rouvoet van Jeugd en Gezin ineens het oude, immer heikele punt van bevolkingspolitiek van stal haalde. U weet wel, dat de staat bepaalt hoeveel kinderen een vaderlands gezinnetje wel of juist niet zou moeten krijgen om ons voortbestaan in welvaart te garanderen.<br /><br />Bevolkingspolitiek riekt naar de moeizame jaren van onze wederopbouw, naar het abjecte Lebensborn programma van de nazi’s en naar China, waar ouders lange tijd maar 1 kind mochten krijgen. En dus was er ineens werk aan de winkel in Den Haag. “Rouvoet rept van bevolkingspolitiek’, kopte NRC Handelsblad voorop. Tv-verslaggevers rukten uit naar schoolpleinen waar ze argeloze moeders van gemiddeld 1,7 kind ter verantwoording riepen voor hun ondermaats presteren.<br /><br />“Bevolkingsplan Rouvoet stuit vooral op scepsis”, zo meldden de regionale dagbladen de volgende ochtend. Zo groeide het relletje in de pers. Er was nu kennelijk ineens een ‘plan’, waar andere politici en tal van deskundologen zich tegen afzetten. Ieder speelde zijn rol braaf mee. De PvdA liet weten dat ze “ingrijpen in de bedstee” niet ziet zitten. De Vereniging Grote Gezinnen was uiteraard verheugd, en een hoogleraar economie noemde bewust ouderloze echtparen zelfs “parasieten”, omdat ze later wel meeprofiteren van de ouderenzorg maar er nu zelf niets in investeren.<br /><br />Die arme Rouvoet moest ineens volop in de verdediging. Terwijl hij zich, geheel in karakter, juist zo genuanceerd had uitgelaten in het vraaggesprek met dagblad De Pers, waar het allemaal mee begon. “In Nederland zijn we vrij terughoudend met bevolkingspolitiek en daar kan ik me wel in vinden”, zo werd de voorman van de ChristenUnie geciteerd. Hij zei verder dat het geboortecijfer statistisch gezien 2,1 kind zou moeten zijn in plaats van de huidige 1,7, om de gevolgen van de vergrijzing in ons land betaalbaar te houden. Daarom zou hij het wel “interessant vinden om daar een discussie over te voeren”. Maar hij wil de Nederlanders niet voorschrijven hoeveel kinderen ze moeten krijgen. “Als nou iets een persoonlijke beslissing is, dan is dat het wel”.<br /><br />Zo is het. En meer heeft de minister van Jeugd en Gezin in dat interview niet gezegd. Maar kennelijk is het onderwerp beladen genoeg om te worden aangevallen als je er een discussie over wilt voeren. Let wel, een discussie over het betaalbaar houden van de ouderenzorg. Niet over de invoering van productiequota in de echtelijke sponde.<br /><br />Wat leert ons deze korte reconstructie van een Haagse zeepbel? Dat ook een door de wol geverfd politicus als Rouvoet op zijn tellen moet passen. Dat nieuwshongerige collega’s aan een half woord genoeg hebben om, zonder ook maar één letter te jokken, meer controverse te suggereren dan er is. Dat anderen graag meedoen aan zo’n potje opjutten. En vooral dat geboortepolitiek kennelijk niet zo lekker ligt in Nederland. <br /><br />In fatsoenlijke Europese landen als Frankrijk of Spanje is het gewoon regeringsbeleid om het krijgen van meer kinderen te stimuleren met financiële extraatjes, speciale regelingen of gratis voorzieningen. Dat zou hier ook prima kunnen, als je het geboortecijfer in Nederland wilt opkrikken. <br /><br />Maar nee hoor. Wij zien meteen visioenen van een soort Bevruchtingspolitie; geharde mannen en vrouwen in lederen jassen die met nachtelijke invallen steekproefsgewijs controleren of aan de vaderlandsche plichten wordt voldaan. Nee sorry agent, ik had een beetje hoofdpijn. Of wacht eens, misschien vinden we het juist wel spannend! Een prima remedie tegen bedsleur. Ook “interessant om een discussie over te voeren”, denk ik.Peter Veenendaalhttp://www.blogger.com/profile/14694257504372960763noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7735899668534472282.post-36384863406906494102008-01-11T16:06:00.001+01:002009-01-23T12:56:08.800+01:00EmocratieDemocratie is prachtig. Vooral met een blokje kaas en een goed glas wijn erbij. Fascinerende televisie, die Amerikaanse presidentsverkiezingen. Ook al duurt het nog bijna een jaar voor we weten wie die hondenbaan gaat overnemen van George W. Bush. Wordt het Obama, Hillary, of gewoon toch weer een Republikein? Het kan me persoonlijk niet meer zoveel schelen. Na een jaartje in het Witte Huis lijken ze allemaal al weer aardig op hun voorganger. Maar het kijkspel wordt er niet minder boeiend op.<br /> <br />Vroeger, als beginnend redacteurtje van een grote regionale krant, leefde ik ook inhoudelijk enorm mee. Gulzig las, luisterde en bekeek ik alles wat met de strijd om het Witte Huis te maken had. Voor mijn lezertjes in Noord-Holland analyseerde ik de titanenstrijd in Washington met een gezag dat nog niet was aangevreten door de twijfel, die met de jaren onverbiddelijk de kop opsteekt. <br /><br />In 1984 trad de Democraat Walter Mondale samen met zijn vrouwelijke running mate Geraldine Ferraro in het strijdperk tegen de zittende president Ronald Reagan en vice-president George Bush, ja, de vader-van. Tegen beter weten in hoopte ik op een spannende verkiezingsnacht. Groot was dan ook mijn vreugde toen de NOS trots aankondigde dat ze die nacht live het verkiezingsprogramma van de Amerikaanse zender ABC zouden uitzenden. Dat werd smullen, want live meekijken met de Amerikaanse televisie, dat wàs wat in die tijd.<br /><br />Gewapend met donuts en koffie zette ik mij diep in de nacht voor de buis, net als tienduizenden andere Amerika-gekken in dit land. Reagan won met twee vingers in de neus, maar dat was nog niet eens het ergste. De hele nacht door, soms op de spannendste momenten, kwam NOS-presentator Pieter de Vink er hinderlijk doorheen om ons met engelengeduld uit te leggen hoe het Amerikaanse kiesstelsel in elkaar zit. Alsof we dat niet wisten, wij die er een nachtrust voor hadden opgeofferd! Wèg dat gevoel dat je er zelf middenin zit. Ik kan er nog kwaad om worden.<br /><br />Inmiddels, ik zei het al, gaat het me wat meer om het spel dan om de knikkers. Tuurlijk, het maakt voor ons in Nederland en Europa veel verschil wie er in het Witte Huis woont. We hebben het nog steeds over het machtigste land ter wereld. De economie, de dollar, oorlogen in Afghanistan en Irak, we hebben er allemaal rechtstreeks mee te maken.<br /><br />Maar dat verklaart nog niet we hier zó massaal, en al zó ver van tevoren willen meegenieten van de race om het Witte Huis. Dè nieuwszender van Nederland opende dinsdagmorgen de uitzending met de eerste uitslagen van de voorverkiezingen uit een klein dorpje in New Hampshire. Televisie en kranten stonden dagenlang bol van de verrassende overwinning van Hillary. En er is zelfs een heuse Nederlandse kieswijzer op internet beschikbaar, die mij na het beantwoorden van 25 vragen aanraadt om op John Edwards te stemmen.<br /><br />Vergelijk al die opwinding eens met de aandacht die de verkiezingen in belangrijke naburige landen als Frankrijk, Duitsland of Rusland bij ons krijgen, en je zou denken dat wij de 52ste staat van de Amerika zijn. Maar niet alleen wij, ook elders in de westerse wereld staan de media bol van de Amerikaanse verkiezingsstrijd. <br /><br />Dat kan te maken hebben met de media zelf. De internationale pers is traditioneel nogal Angelsaksisch georiënteerd. Daardoor komt er een stortvloed van verhalen, geluiden en beelden op de Nederlandse redacties terecht en gaan we blijkbaar vanzelf denken dat het een extreem belangrijk onderwerp is. Zoals een spectaculair ongeluk in Amerika hier wel het Journaal haalt en een nog groter ongeluk in India niet. Alleen maar omdat er uit Amerika dramatische beelden beschikbaar zijn.<br /><br />Nog belangrijker lijkt me de extreme focus op de menselijke kant van de Amerikaanse presidentskandidaten. Het zweten van Nixon, de vrouwen van Kennedy, de blunders van Reagan, domheid van Quayle, de sigaar van Clinton, de gestolen zege van Bush, de snik van Hillary… We smullen er van. Emocratie is prachtig.Peter Veenendaalhttp://www.blogger.com/profile/14694257504372960763noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7735899668534472282.post-76766353566678895242007-11-29T16:05:00.000+01:002008-11-12T10:35:05.744+01:00RoeptoeterIk las de avondkrant en keek met een half oog tv. Zonder geluid, lekker rustig. De verslaggever hield een opgewonden betoog en wendde zich tot een politicus. De blonde manen en vierkante kin van Geert Wilders vulden het beeld. Ik kon de aanvechting om het geluid aan te zetten gemakkelijk onderdrukken. Terwijl Wilders sprak werd de kijker getrakteerd op beelden van de Koran, de aanslag van 11 september en de moord op Theo van Gogh.<br /><br />Het beeldverhaal sprak boekdelen. Heilige boekdelen. Koran = islam = haat = terrorisme. Hé, zijn dat geen leuke ingrediënten voor een mooie film? Jawel, dat had Geert zelf ook al bedacht en daar ging het tv-gesprekje over. Nederland houdt zijn hart vast want Wilders laat een film maken over de islam! Niet origineel, maar wel een bewezen probaat middel om de moslimgemeenschap weer eens flink in de gordijnen te jagen. Vraag dat maar aan Ayaan Hirsi Ali en Theo van Gogh. Hun film Submission bleek zo explosief dat niemand ‘m in huis durft te hebben, laat staan vertonen.<br /><br />Hoe ver kan je als politicus gaan om zieltjes te winnen en jezelf keer op keer in de publiciteit te wringen? Heel ver, zo blijkt. Wanhopig surfend op de wegebbende schokgolven van 11 september, Pim Fortuyn en Theo van Gogh roept Wilders steeds rabiatere teksten. De Roeptoeter, zo wordt hij genoemd in kringen van zijn oud-collega’s van de VVD. Zo stelde hij onlangs een heus tien punten tellend deltaplan voor om de invloed en aanwezigheid van de islam in Nederland terug te dringen. En de volgens hem ‘fascistische’ Koran, die louter geweld zou prediken, moest verboden worden.<br /><br />En ziet, het werkt. Wilders’ Partij voor de Vrijheid, goed voor negen zetels in de Tweede Kamer, staat in de laatste peilingen op veertien, één meer dan de VVD waar de Roeptoeter vandaan komt. Het zal dus wel kinnesinne zijn, maar deze week hoorde ik dat een prominente VVD’er heeft gezegd dat Wilders helemaal niet meer bedreigd wordt en dus al die beveiligingsmensen om zich heen naar huis kan sturen. Om dat te voorkomen zou hij steeds wildere dingen over moslims roepen. <br /><br />Het zou een verklaring kunnen zijn, maar de prijs die een mens voor permanente persoonsbeveiliging betaalt lijkt me te hoog. Zelfs voor Wilders. Wel rijst de vraag wat hij hemelsnaam de volgende keer zou moeten doen om het schokeffect in stand te houden. Het zou me niet verbazen als Geert stiekem tekenlessen volgt om volgende maand een paar schokkende cartoons te publiceren waarop te zien is hoe Mohammed in compromitterende omstandigheden wordt betrapt in een Nijmeegse fietsenstalling.<br /><br />Misschien is dat niet eens nodig. Geert Wilders ìs eigenlijk al een cartoon. En als het niet zo kwetsend was voor honderdduizenden landgenoten, was het nog grappig ook. Maar als ik een vredelievende moslim was, zou ik na een paar minuten Wilders op tv mijn koffers pakken voor een leerzame doe-vakantie op een afgelegen plek in de bergen van Pakistan. Of nee, erger nog. Ik zou helemaal niks doen en vreedzaam doorgaan met mijn leven, om zo zijn ongelijk te bewijzen. Dàt zou Wilders pas pijnlijk treffen.Peter Veenendaalhttp://www.blogger.com/profile/14694257504372960763noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7735899668534472282.post-4730235285088662992007-11-05T16:23:00.000+01:002008-11-09T16:19:01.803+01:00De Denkers van SingerJe zou het eigenlijk moeten zien, maar ik zal proberen het beeld te beschrijven. Op pagina 7 van het dagblad Trouw stond woensdag een foto van twee bezoekers van het Singer Museum in Laren, die vol afgrijzen staren naar een verminkt beeld. Het gaat om een bronzen kopie van De Denker van August Rodin, een van de zeven bronzen beelden die een week eerder uit de beeldentuin van het museum waren geroofd. Het beeld is zwaar beschadigd teruggevonden en uit woede door de museumdirectie in al zijn geschonden pracht tentoongesteld. <br /><br />In een poging het beeld tot verkoopbare hompen brons te reduceren, hebben de dieven een slijptol in het voorhoofd van De Denker geplant, waarmee ze een centimeter dikke gleuf richting nek hebben gezaagd. Als een bizar petje hangt het schedeldak boven de rest van het hoofd, slechts gesteund door een paar centimeter bronzen nekhaar.<br /><br />Een opmerkelijk plaatje, maar het werd pas beeldrijm door het berichtje dat er per ongeluk – of niet - naast was gezet: “Ophef over brein van overleden 115-jarige vrouw”. Het bericht gaat over de hersenen van de Hendrikje van Andel-Schippers, die in 2005 op de genoemde, extreem hoge leeftijd overleed. Hendrikje, bij leven de oudste vrouw ter wereld, had haar lichaam ter beschikking van de wetenschap gesteld. Een Groningse professor die Hendrikje’s hoofd heeft onderzocht concludeerde deze week dat ze ondanks haar jaren nog beschikte over een perfect functionerend brein. De oude Alzheimer was haar volkomen vergeten. <br /><br />De ophef ging over het feit dat de hooggeleerde Groninger deze gegevens niet had mogen publiceren, omdat dat postuum de privacy van Hendrikje zou schenden. Niet over het feit dat ook hij een zaag in een voorhoofd heeft gezet. Dat is namelijk wetenschap, en wetenschap is geen kunst. <br />Trouwens, waarom zou Hendrikje anders haar lichaam ter beschikking hebben gesteld? Toch niet om die prachtige conclusie in een Groningse kluis te bewaren, neem ik aan. Maar goed.<br /><br />Als het niet zo onherroepelijk was zou ik – louter op wetenschappelijke gronden - wel eens de slijptol in het voorhoofd van de bronsdieven willen zetten. Want het zou me zeer verbazen als er veel substantie onder die hersenpannen werd aangetroffen. Zeven beelden roofden ze, louter voor het brons. Het 105 jaar oude pronkstuk van Rodin, dat volgens kenners niet meer te repareren valt, had hooguit een paar honderd euro aan metaalwaarde opgeleverd. Ten minste, áls de dieven al een opkoper hadden kunnen vinden die er zijn vingers aan had willen branden. Vandaar hun poging om het beeld in kleine stukjes te zagen en – vermoedelijk – te smelten. <br /><br />Allemachtig, wat een werk voor een paar honderd euro. Zeker als je daar de planning en de nachtelijke uren van de roof nog eens bijrekent. Dat levert een uurtarief op waar je vandaag de dag geen loodgieter meer voor kunt krijgen. <br /><br />De directie van het Singer Museum luchtte haar woede treffend geformuleerd in een persbericht: “De brute behandeling die het unieke historisch bronzen beeld ten deel viel, vanuit de kennelijke interesse in niets anders dan het materiaal, tekent de stompzinnigheid van de daad.” <br /><br />Nee, echte denkers zijn het niet, die bronsdieven. Dat had Hendrikje ze nog haarfijn kunnen uitleggen.Peter Veenendaalhttp://www.blogger.com/profile/14694257504372960763noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7735899668534472282.post-81487188837842557772007-10-18T16:05:00.000+02:002008-11-12T10:35:28.748+01:00Trots op NederlandMijn God heb meelij met mij en dit arme volk. Die beroemde laatste woorden van een oude BN’er schoten me door het hoofd toen Rita Verdonk deze week aankondigde dat ze premier van Nederland wil worden. Als voertuig voor die ambitie gaat ze de beweging Trots op Nederland oprichten. Ook dat nog. Dit arme volk heeft al zoveel moeten doorstaan. De Spanjaarden en de Duitsers, de woeste zee, de verloren finale van 1974, vier kabinetten-Balkenende. En nu dit…<br /><br />Als een majesteit ontving ze woensdagavond de dames en heren van de pers in het Haagse perscentrum Nieuwspoort. Eén voor een, en allemaal tien minuten. Niet tegelijk, want dat kan lastig worden, zo wist ze nog van haar gloriedagen als onversaagd minister voor Vreemdelingenzaken. IJzeren Rita was als bewindsvrouw even geliefd als gehaat, met haar stoere oneliners en onvermurwbare optreden. Maar als de Tweede Kamer haar het vuur aan de schenen legde, blonk ze slechts uit in herhaling en geschutter.<br /><br />Ach ja, die volksvertegenwoordigers. Lastige lieden, die zeuren over onvolledige informatieverstrekking door de minister, die soms niet eens Nederlander bleken te zijn en die een motie van afkeuring tegen haar durfden aan te nemen. Tegen haar! Rita Verdonk! Wisten ze dan niet dat ze heel veel aardige briefjes en mailtjes van de kiezers kreeg? Wacht maar!<br /><br />Ze deed een gooi naar het lijsttrekkerschap van haar VVD maar verloor die strijd van Mark Rutte, tot haar eigen verbijstering. Een meerderheid van haar eigen partij had liever een ander, hoe was dat nou mogelijk? Toen de stembureaus vorig jaar gesloten waren haalde ze alsnog haar gram. Een dikke 600.000 kiezers hadden Verdonk een voorkeursstem gegeven, meer dan lijsttrekker Rutte. Zo, die zat. En nou mocht ze toch eindelijk wel partijleider worden, toch? Nee dus, de partij besliste anders. Opmerkelijk misschien, maar geheel binnen de regels van een democratische partij.<br /><br />Bijna een jaar wist Rita zich te schikken in haar rol als doodgewoon kamerlid, zachtjes knagend aan de stoelpoten van haar partijleider. Toen barstte de bom en werd ze uit de fractie geknikkerd, en daarna zelfs uit de partij. En eindelijk was daar de ruimte die haar tomeloze ambitie zo ontbeerde.<br /><br />Die 600.000 voorkeurstemmen zijn Rita volledig naar het hoofd gestegen, alwaar zij ruim voldoende leegte vonden om zich permanent te nestelen. Het volk wil haar, Rita, daar is ze vast van overtuigd. En als het volk dat wil, dan is zij de beroerdste niet. Daar heeft ze heel goed over nagedacht. Ze wordt de eerste vrouwelijke premier van Nederland!<br /><br />Hoe dat moet gebeurden weet ze ook. Er komt een Beweging onder de naam Trots op Nederland, want daar kan niemand tegen zijn. En in die beweging komen alleen maar mensen die zij zelf heeft uitgezocht. En het volk mag donateur worden. Geen lid, want leden willen invloed en dat kan lastig zijn. En later wordt die beweging een partij, met Rita Verdonk als lijsttrekker. Unaniem gekozen, dat staat vast.<br /><br />En wat wìl die beweging dan, zo wilden de persmuskieten woensdag weten. Nou, die beweging wil de files opheffen, de ouderzorg verbeteren en wil een stevig immigratie- en integratiebeleid, zei Rita. Maar dat is oude koek! Daar wordt al járen over gesproken in de Kamer, zo durfde een verslaggeefster van Het Journaal tegen te werpen. Jazeker, zei Rita triomfantelijk, met dat minzame lachje rond de mondhoeken. Maar dat was nou precies het verschil. Anderen praten er alleen maar over, zij gaat het oplossen! <br /><br />Wat een simplisme, wat een minachting van onze democratie, wat een onderschatting van ons gezond verstand. Een vrouwelijke premier? Het zal eens een keertje tijd worden. Maar deze niet, alstublieft.Peter Veenendaalhttp://www.blogger.com/profile/14694257504372960763noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7735899668534472282.post-82530595234890769282007-07-27T16:04:00.000+02:002008-11-12T10:36:12.806+01:00Schone schijnEen schone column moest het worden. Daar waren de directie en de hoofdredactie van dit prachtige medium heel duidelijk over geweest. Als de Zaterdagcolumn ook nog maar een sprankje hoop op overleving zou hebben, zou-ie honderd procent puur en origineel moeten zijn. Boven elke twijfel verheven, bestand tegen iedere vuige verdachtmaking, volledig op eigen kracht geschreven. Zo niet, dan zou de stekker er uit gaan. Onherroepelijk.<br /><br />En daar zit je dan, achter je computer. Glaasje water en bruine boterham erbij, wachtend op inspiratie. Een kopje koffie zou best lekker zijn, maar ja. Cafeïne. Dat schijnt nogal een heftige invloed te hebben op de hersenactiviteit en dat kan dus niet. Stel je voor dat er iemand binnenstapt voor een onaangekondigde controle.<br /><br />Nee, dit nieuwe regime valt behoorlijk tegen. Maar eerlijk is eerlijk, we hebben het aan onszelf te danken. Wij, columnisten. Jarenlang hebben we de schandalen genegeerd, tientallen waarschuwingen in de wind geslagen. Onverdroten schreven we door aan de prachtigste pennenvruchten, waarvoor wij inspiratie vonden in betrouwbare, maar onnatuurlijke bron. Wat kon het ons schelen? Niemand zou erachter komen. En we deden het niet voor onszelf, toch? Het ging er om dat de columns er beter van werden.<br /><br />Ach ja, vroeger, toen we nog niet beter wisten, toen lachte iedereen er om. Om die dinosauriërs van de journalistiek, die zopen, rookten, blowden, spoten en slikten tot ze er letterlijk bij neervielen, waarna andere, zwaar benevelde collega’s weer een prachtig in memoriam bij elkaar logen en overgingen tot het genotmiddel van de dag. Jaar in, jaar uit.<br /><br />Tot die ene, dramatische dag waarop de meestercolumnist van Le Journal de Ventoux achter zijn schrijfmachine ineen zeeg, nog vóór hij de ziedende slotzinnen van zijn magistrale journalistieke klim aan het papier had toevertrouwd. De krant verscheen met een beschamende witte plek. Lezers, hoofdredacteuren en uitgevers stikten bijna in hun collectieve verontwaardiging. Dit nooit meer. Weg met alle stimulantia. Voortaan bliefden zij slechts schone woorden, eerlijk en ambachtelijk aaneen geregen door heldere, wakkere geesten.<br /><br />Even ging het goed. Maar ja, de enorme vraag naar briljante columns bleek sterker dan de ruggengraat van zelfs de meest verstokte ontnuchterde columnist. Zo was er die Amerikaan die nooit echt werd betrapt, maar zeven jaren achter elkaar zo meesterlijk schreef dat iedereen wel beter wist. Of die Italiaan, die doodleuk in het openbaar espressootjes zat te drinken voor hij aan het werk ging. Hij pleegde zelfmoord toen zijn baas hem ontsloeg. En die Duitser die bij elke verjaardag gewoon een biertje bleek te drinken. Nooit meer iets van gelezen.<br /><br />De schandalen volgden elkaar in rap tempo op. De politie deed invallen in redactiekantoren. Hele kranten werden gesloten, complete omroepen uit de lucht gehaald. Toen ook de bestgelezen columnist van Denemarken werd ontslagen omdat hij zonder toestemming zelf boodschappen had gedaan, was de maat vol. Elke columnist ter wereld, die nu ook maar één lettergreep op papier zou zetten met behulp van buitenlichamelijke inspiratie, kon linea recta afreizen naar het arbeidsbureau.<br /><br />Vandaar. Hier zult u het dus mee moeten doen. Veel bijzonders is het niet, maar het is wel schoon. En als u mij nu wilt excuseren? Ik moet nodig naar het café. Op de fiets.Peter Veenendaalhttp://www.blogger.com/profile/14694257504372960763noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7735899668534472282.post-51353478544046052152007-06-01T16:02:00.000+02:002008-11-12T10:37:02.550+01:00Internet & bellenEigenlijk was ik best tevreden met de manier waarop ik was aangesloten op de rest van de wereld. Ik ben niet op mijn mondje gevallen, schrijf als het moet een stevige brief, mijn huistelefoon werkte uitstekend, net als mijn mobieltje-van-de-zaak, en bovendien had ik een uitstekend werkende draadloze ADSL-aansluiting op het internet.<br /><br />Daar kon je een jaar of 2, 3 geleden nog best mee voor de dag komen. Maar vorig jaar verspreidde zich een nieuw connectiviteitsvirus door Nederland, dat mij in een moment van verminderde weerstand helaas ook heeft besmet: Internet & Bellen. Met één simpel abonnement en één kastje, aangesloten op je eigen telefoonkabel, zou ik voortaan probleemloos, supersnel en goedkoop kunnen internetten en bellen tot ik een ons woog. Ik ging voor de bijl.<br /><br />Verblind door een maandelijks voordeel van zeker 10 euro vroeg ik in september het zelfbouwpakket aan, dat nog geen week later kosteloos werd aangeleverd. Omringd door mijn gereedschap, het wonderkastje, snoertjes en stekkertje en halverwege de handleiding kwam ik erachter dat ik alle huistelefoons opnieuw zou moeten aansluiten. Zeker nog geen draadloze huistoestelletjes, hoor ik u denken. Nee, zover ben ik nog niet. <br /><br />Om een lang verhaal kort te maken, dat was me allemaal te veel moeite. Ik besloot de doos weer in te pakken en terug te sturen, vergezeld van een telefonische èn schriftelijke annulering. Of ik weer gewoon terug mocht naar ADSL en telefoon, alstublieft. Het mocht, en mijn leven hernam zijn normale loop.<br /><br />Omdat boekhouden niet mijn grootste hobby is kwam ik er pas maanden later achter dat de aanbieder van mijn Internet & Bellen ondanks de opzegging toch onverbiddelijk maandelijks 34,50 euro van mijn rekening af haalde. Terwijl de gewone telefoonrekening, die bij Internet & Bellen zou stoppen, óók gewoon doorging. Ergens ging dus iets heel erg mis.<br /><br />Gelukkig zijn er tegenwoordig van die handige helpdesks. Als het meezit word je daar binnen een uur te woord gestaan door een uiterst vriendelijke, vaak Vlaamse medewerker van een callcenter die je uiterst geduldig uitlegt dat je ergens in de vele keuzemenu’s een verkeerd cijfer hebt gekozen. En nee, doorverbinden kunnen ze niet. Zeggen ze. <br /><br />Honderden uren wachten en bellen later heb ik me (weer fout!) laten overhalen om toch maar een nieuwe bouwdoos van Internet & Bellen aan te vragen, omdat ik “daar nog zeker een half jaar aan vastzat”. Die is in april gekomen en door een Officiële Monteur (49,50 euro) aangesloten. Eindelijk. Klaar voor de toekomst.<br /><br />En ik geef toe: het internetten gaat sindsdien probleemloos. Niet beter dan voorheen, eerlijk gezegd, maar toch. Het probleempje zit ‘m in het bellen. Dat wil nog steeds niet lukken via Internet & Bellen, terwijl dat toch de helft van de belofte is. Ik bel wel, maar noodgedwongen via de ouderwetse huislijn, inderdaad, mét een ouderwetse maandelijkse rekening.<br /><br />Als geoefende gebruiker van de helpdesk ben ik er inmiddels in geslaagd het hele verhaal bij de juiste medewerker op tafel te leggen. En hij snapt het! Hij kan het niet oplossen, helaas, maar hij heeft een verklaring: Het zit ‘m in die annulering van vorig jaar. Daardoor is er in een of andere centrale iets uitgezet, waardoor het nu maar niet wil lukken met dat bellen. Zal je altijd zien. Niet de rekeningen worden stopgezet, maar wel die schakeling. Als ik nou eens ging bellen met de afdeling Opzeggingen, dan konden ze me daar misschien verder helpen.<br /><br />De meneer van Opzeggingen hoort mijn lange verhaal geduldig aan en belooft dat hij de technische collega’s aan het werk zal zetten. Binnen een week of twee zou ik schriftelijk of telefonisch bericht moeten krijgen of ze het nou wel of niet kunnen oplossen. Dat was wel zo’n beetje de hardste toezegging die ik hem kon laten doen.<br /><br />Ik wacht af, met weinig hoop. De vorige keer dat de helpdesk beloofde terug te bellen heb ik nooit meer iets gehoord. Waarschijnlijk gebruiken ze het zelf ook, Internet & Bellen.Peter Veenendaalhttp://www.blogger.com/profile/14694257504372960763noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7735899668534472282.post-35748330590786661882007-04-20T16:03:00.000+02:002008-11-12T10:36:41.985+01:00SeksAltijd goed voor de luistercijfers en de hits op internet, zo’n titel als ‘Seks’. Gelukkig gaf de firma Durex me afgelopen week ook een journalistieke dekmantel voor het onderwerp. De condoomfabrikant liet 26.000 mensen in 26 landen ondervragen over hun liefdesleven en publiceerde daarover een rapport. Persbureaus, kranten, internetsites en omroepen toonden zich de beroerdste niet en besteedden heel wat redactionele aandacht aan dit semi-wetenschappelijke werkstukje. Die weten namelijk heus wel wat verkoopt, en wat niet. <br /><br />Handige zet van Durex trouwens, dat periodieke wereldwijde onderzoek. Veel media-aandacht en stukken goedkoper dan advertenties plaatsen. Maar over de wetenschappelijke waarde van zo’n onderzoek valt nog wel boompje op te zetten. Want stel nou dat de onderzoekers erachter waren gekomen dat de meeste mensen liever zonder dan mèt condoom vrijen. Zou de firma Durex dat in de conclusies hebben opgenomen? Ik moet het nog zien.<br /><br />Met de nodige reserve kijk ik dus naar de conclusies van het onderzoek, door Het Parool bondig samengevat onder de kop: Seks: liever lang dan vaak. Speak for yourself, zou ik zeggen. Want wat moet je met zo’n conclusie? Zij die wat vaker zin moeten maken weten zich misschien getroost door de wetenschap dat ze niet alleen staan (of liggen) maar voelen zich óók meteen weer verplicht om er behoorlijk werk van te maken, àls ze eenmaal in de armen van Eros belanden. Want dat staat erbij: het moet lang, liefdevol en vol romantiek, volgens de ondervraagde Nederlanders.<br /><br />‘Lang’ blijkt in dit verband trouwens een relatief begrip, want wij Nederlanders doen er op de kop af 20 minuten over. Twee minuten langer dan het wereldgemiddelde, dat wel, maar lang lijkt me in dit verband wat overdreven. Wel redelijk vaak. Om met Kees van Kooten te spreken: ons moyenne qua kieren ligt op 94 keer per jaar. Eens kijken: 94 keer, maal 20 minuten, maal pak ‘m beet 50 jaar is 1500 uren seks per Hollandsch mensenleven. Bijna negen weken aan één stuk door. Kijk, dat is pas lang!<br /><br />En dat cijfer zal alleen maar oplopen, want uit ander onderzoek bleek deze week dat jonge kinderen op school steeds vaker openlijk seksueel gedrag vertonen. Onderzoekers wijzen ter verklaring van dat fenomeen naar de moderne massamedia. Dat lijkt logisch. Waar wij, broeierige tieners vroeger in de beslotenheid van het fietsenhok beduimelde exemplaren van Chick en Candy aan elkaar doorgaven, zo ziet mijn zoon van veertien tegenwoordig dagelijks op MTV en internet videobeelden langskomen die nog maar weinig aan de rijke fantasie van een puber overlaten.<br /><br />Volgens pedagoog Mischa de Winter van de Universiteit van Utrecht is het allemaal niet zo’n ramp. Ouders en scholen moeten duidelijk te maken dat volwassenen in het gewone leven anders met elkaar omgaan dan in videoclips en op internet wordt voorgesteld, zegt De Winter.<br /><br />Dat lijkt me niet zo moeilijk. Pubers kunnen zich sowieso niet voorstellen dat hun ouders ook maar iets meer met elkaar zouden doen dan een vluchtige zoen op de wang. En ook het Durex-onderzoek zal de hormoonhuishouding van jongeren niet echt ontregelen. Dat concludeert dat de vonken er niet meer vanaf spatten in de Nederlandse slaapkamers. Het ontbreekt aan avontuur, libido en interesse. Als dat zo is vallen die 20 minuten en die 94 keer per jaar me nog reuze mee. De condoomfabrikant adviseert ons om wat uitgeruster tussen de lakens te kruipen, meer te experimenteren met seksspelletjes, meer tijd te nemen voor ons liefdesleven en meer plezier met elkaar te maken. Ja, ja. Goed voor onze score in het volgende Durex-onderzoek. Maar je moet er niet aan denken wat dat met onze kinderen zou doen.Peter Veenendaalhttp://www.blogger.com/profile/14694257504372960763noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7735899668534472282.post-28796286979860260562007-03-09T16:00:00.000+01:002008-11-12T10:37:20.064+01:00FamiliedramaHet was een zaterdag in april, bijna twee jaar geleden. Mijn mobieltje piepte. Een alarmbericht van het persbureau: Vijf doden bij schietpartij in Hilversum. Het stond er echt. Vijf doden. Schietpartij. Hilversum, míjn stad. Mijn vaderhart won het van journalistieke instincten. Zijn de kinderen binnen? Hebben we knallen gehoord? Sirenes? Is het rustig op straat?<br /><br />Pas daarna klom ik als koene reporter op de fiets, richting centrum. Na amper drie straten werd ik tegengehouden door een rood-wit lint, waarachter zich tientallen Hilversummers hadden verzameld die allemaal keken en wezen naar een klein, onooglijk en half vervallen arbeiderswoninkje langs een drukke straat, aan de rand van het centrum. Een wit huisje met gele kozijnen. Daarbinnen was iets vreselijks gebeurd, dat was duidelijk.<br /><br />Achter het lint liepen politiemannen. Boze politiemannen. Met nauwelijks verholen woede hielden ze nieuwsgierigen, fotografen en cameramannen op afstand. De sfeer was bizar. Het publiek zweeg, geïmponeerd. Een dikke deken van drama hing over de mediastad.<br /><br />De woede van de agenten werd korte tijd later verklaard. Het was frustratie, onbegrip, onmacht. Een van hun collega’s, die in dat huisje woonde, had zijn drie kinderen, zijn vrouw en zichzelf van het leven beroofd met zijn dienstpistool. De agenten waren binnen geweest. Geharde mannen en vrouwen, op zoek naar stille getuigen waarmee het drama kon worden gereconstrueerd en verklaard.<br /><br />Dat Hilversumse tafereel welde messcherp in me op toen dinsdag weer zo’n alarmmelding binnenkwam. Meerdere doden bij familiedrama Hengelo (Gld). Een vader had zijn beide kinderen en zijn vrouw omgebracht en daarna een mislukte poging gedaan zichzelf van het leven te beroven. Misschien volgde hij in al zijn onmacht wel het voorbeeld van die vrouw in het Belgische Nijvel, die amper een week eerder haar vijf kinderen met een mes had gedood. Alleen haar oudste, een meisje van veertien, had zich verzet.<br /><br />Onwillekeurig probeer ik me voor te stellen hoe die laatste minuten van zo’n familiedrama verlopen. Het is te erg. Ik wil het niet weten, hooguit begrijpen. <br />Hoeveel waanzin past er in één hoofd? Hoeveel gekte is er nodig om je dierbaarste herinneringen als ouder opzij te zetten? Die eerste blik van herkenning, die overmannende trots bij de eerste stap, dat eerste woord, dat onvoorwaardelijke vertrouwen en die vlucht in je veilige armen bij dreigend onraad. Kan je dat gevoel kwijtraken? Kan er iets sterker zijn dan dat?<br /><br />Waarschijnlijk ben ik – gelukkig – toch zó gelukkig dat ik me die wanhoop niet kan voorstellen. De uitzichtloosheid, dat zwarte gat. Het hartverscheurende gevoel dat je je verantwoordelijkheid niet kunt waarmaken. Dat je je kinderen geen mooie toekomst kunt geven en dan maar beter met je mee kunt nemen in je vlucht naar een andere wereld. Alles beter dan dit... Zoiets, misschien. De reden is met moeite te bevatten, maar de realisering van die wanhopige gedachtekronkel, de daad, nee, dat niet... <br /><br />Nederland is een prettig land. Een land waar geen autobommen ontploffen, waar geen oorlog is en waar je niet hoeft te verhongeren. Hier maakt men zich druk over bewindslieden met twee paspoorten. Maar het is ook het land waar een gezinsvoogd wordt vervolgd omdat ze niet ingreep, waardoor een ontspoorde moeder haar driejarige dochter Savannah kon mishandelen tot ze stierf. Een land waar sinds 1998 28 jonge kinderen zijn omgebracht in 13 familiedrama’s. Een land, kortom, als vele andere, waar de liefde het soms verliest van de wanhoop.<br /><br />Vanmorgen fietste ik, als alle dagen, langs het witte huisje met de gele kozijnen. Het staat nog altijd leeg.Peter Veenendaalhttp://www.blogger.com/profile/14694257504372960763noreply@blogger.com0