maandag 9 maart 2009

Eigen luchtvaartmaatschappij eerst

Persoonlijk heb ik mijn luchtvaartmaatschappij het liefst ongefuseerd. En bij voorkeur voorzien van het predikaat Koninklijk, met puntjes tussen de letters. Met stoere, strak gespoten luchtreuzen die Albert Plesman, Prinses Margriet of Johan Cruyff zijn gedoopt. En met wel tien parmantige en hulpvaardige blonde twens in blauwe kokerrokjes, bijgestaan door een wat zijige jongeman in purserkostuum.

Ik weet nog hoe het rook op oud Schiphol, toen dat het Mekka van de vaderlandse luchtvaart was. Straalvliegtuigen maakten toen pas ècht lawaai, meer nog dan de sonore propellermotoren. Dakota’s, Constellations en DC8’s paradeerden over de betonnen platen van het platform, voor de zwaaiende bezoekers op het terras van de eerste verdieping van het stationsgebouw. Stuiver in de verrekijker. IJsje erbij. Dàt was pas een dagje uit.

De K.L.M.; synoniem voor pionierschap, avontuur, veiligheid, geld en verre buitenlanden. Visioenen van een olijk zwaaiende prins Bernhard achter een opengeschoven cockpitraampje, terwijl hij achteloos met zijn andere hand de kist strak bij de vliegtuigtrap parkeert. Teddy Scholten die elegant de vliegtuigtrap afdaalt, omstuwd door reporters na het winnen van het Songfestival met Een Beetje.

Nou ja, dat beeld, dus. Toen was heel dat dekselse polderlandje maar wàt trots op onze nationale luchtvaartmaatschappij. En ook de jongere telgen Martin’s Air Charter en Transavia stonden hoog in ons aanzien. Het waren vooral deze charters die de Nederlanders massaal deden kennismaken met de luchtvaart, op weg naar Benidorm of Torremolinos.

Het was hun glorietijd en onze - ongefuseerde - luchtvaartmaatschappijen boerden goed. Daarna is het voor mijn gevoel alleen maar minder geworden, ondanks of misschien wel dankzij al dat gefuseer in het wereldje van Peter Stuyvesant. Ik herinner me eindeloze verhalen over de KLM en Northwest Airlines, Alitalia en later dus Air France.

Alleen die laatste fusie ging door en schijnt zakelijk een verstandige zet te zijn geweest. Mijn onbehagen is dan ook louter gebaseerd op de teloorgang van zelfstandigheid, van een stukje nationale trots. Het is hetzelfde sentiment waarmee Berlusconi er ten langen leste in slaagde Alitalia te behouden voor de Italianen. Eigen luchtvaartmaatschappij eerst. Luchtvaart is emotie.