donderdag 29 november 2007

Roeptoeter

Ik las de avondkrant en keek met een half oog tv. Zonder geluid, lekker rustig. De verslaggever hield een opgewonden betoog en wendde zich tot een politicus. De blonde manen en vierkante kin van Geert Wilders vulden het beeld. Ik kon de aanvechting om het geluid aan te zetten gemakkelijk onderdrukken. Terwijl Wilders sprak werd de kijker getrakteerd op beelden van de Koran, de aanslag van 11 september en de moord op Theo van Gogh.

Het beeldverhaal sprak boekdelen. Heilige boekdelen. Koran = islam = haat = terrorisme. Hé, zijn dat geen leuke ingrediënten voor een mooie film? Jawel, dat had Geert zelf ook al bedacht en daar ging het tv-gesprekje over. Nederland houdt zijn hart vast want Wilders laat een film maken over de islam! Niet origineel, maar wel een bewezen probaat middel om de moslimgemeenschap weer eens flink in de gordijnen te jagen. Vraag dat maar aan Ayaan Hirsi Ali en Theo van Gogh. Hun film Submission bleek zo explosief dat niemand ‘m in huis durft te hebben, laat staan vertonen.

Hoe ver kan je als politicus gaan om zieltjes te winnen en jezelf keer op keer in de publiciteit te wringen? Heel ver, zo blijkt. Wanhopig surfend op de wegebbende schokgolven van 11 september, Pim Fortuyn en Theo van Gogh roept Wilders steeds rabiatere teksten. De Roeptoeter, zo wordt hij genoemd in kringen van zijn oud-collega’s van de VVD. Zo stelde hij onlangs een heus tien punten tellend deltaplan voor om de invloed en aanwezigheid van de islam in Nederland terug te dringen. En de volgens hem ‘fascistische’ Koran, die louter geweld zou prediken, moest verboden worden.

En ziet, het werkt. Wilders’ Partij voor de Vrijheid, goed voor negen zetels in de Tweede Kamer, staat in de laatste peilingen op veertien, één meer dan de VVD waar de Roeptoeter vandaan komt. Het zal dus wel kinnesinne zijn, maar deze week hoorde ik dat een prominente VVD’er heeft gezegd dat Wilders helemaal niet meer bedreigd wordt en dus al die beveiligingsmensen om zich heen naar huis kan sturen. Om dat te voorkomen zou hij steeds wildere dingen over moslims roepen.

Het zou een verklaring kunnen zijn, maar de prijs die een mens voor permanente persoonsbeveiliging betaalt lijkt me te hoog. Zelfs voor Wilders. Wel rijst de vraag wat hij hemelsnaam de volgende keer zou moeten doen om het schokeffect in stand te houden. Het zou me niet verbazen als Geert stiekem tekenlessen volgt om volgende maand een paar schokkende cartoons te publiceren waarop te zien is hoe Mohammed in compromitterende omstandigheden wordt betrapt in een Nijmeegse fietsenstalling.

Misschien is dat niet eens nodig. Geert Wilders ìs eigenlijk al een cartoon. En als het niet zo kwetsend was voor honderdduizenden landgenoten, was het nog grappig ook. Maar als ik een vredelievende moslim was, zou ik na een paar minuten Wilders op tv mijn koffers pakken voor een leerzame doe-vakantie op een afgelegen plek in de bergen van Pakistan. Of nee, erger nog. Ik zou helemaal niks doen en vreedzaam doorgaan met mijn leven, om zo zijn ongelijk te bewijzen. Dàt zou Wilders pas pijnlijk treffen.

maandag 5 november 2007

De Denkers van Singer

Je zou het eigenlijk moeten zien, maar ik zal proberen het beeld te beschrijven. Op pagina 7 van het dagblad Trouw stond woensdag een foto van twee bezoekers van het Singer Museum in Laren, die vol afgrijzen staren naar een verminkt beeld. Het gaat om een bronzen kopie van De Denker van August Rodin, een van de zeven bronzen beelden die een week eerder uit de beeldentuin van het museum waren geroofd. Het beeld is zwaar beschadigd teruggevonden en uit woede door de museumdirectie in al zijn geschonden pracht tentoongesteld.

In een poging het beeld tot verkoopbare hompen brons te reduceren, hebben de dieven een slijptol in het voorhoofd van De Denker geplant, waarmee ze een centimeter dikke gleuf richting nek hebben gezaagd. Als een bizar petje hangt het schedeldak boven de rest van het hoofd, slechts gesteund door een paar centimeter bronzen nekhaar.

Een opmerkelijk plaatje, maar het werd pas beeldrijm door het berichtje dat er per ongeluk – of niet - naast was gezet: “Ophef over brein van overleden 115-jarige vrouw”. Het bericht gaat over de hersenen van de Hendrikje van Andel-Schippers, die in 2005 op de genoemde, extreem hoge leeftijd overleed. Hendrikje, bij leven de oudste vrouw ter wereld, had haar lichaam ter beschikking van de wetenschap gesteld. Een Groningse professor die Hendrikje’s hoofd heeft onderzocht concludeerde deze week dat ze ondanks haar jaren nog beschikte over een perfect functionerend brein. De oude Alzheimer was haar volkomen vergeten.

De ophef ging over het feit dat de hooggeleerde Groninger deze gegevens niet had mogen publiceren, omdat dat postuum de privacy van Hendrikje zou schenden. Niet over het feit dat ook hij een zaag in een voorhoofd heeft gezet. Dat is namelijk wetenschap, en wetenschap is geen kunst.
Trouwens, waarom zou Hendrikje anders haar lichaam ter beschikking hebben gesteld? Toch niet om die prachtige conclusie in een Groningse kluis te bewaren, neem ik aan. Maar goed.

Als het niet zo onherroepelijk was zou ik – louter op wetenschappelijke gronden - wel eens de slijptol in het voorhoofd van de bronsdieven willen zetten. Want het zou me zeer verbazen als er veel substantie onder die hersenpannen werd aangetroffen. Zeven beelden roofden ze, louter voor het brons. Het 105 jaar oude pronkstuk van Rodin, dat volgens kenners niet meer te repareren valt, had hooguit een paar honderd euro aan metaalwaarde opgeleverd. Ten minste, áls de dieven al een opkoper hadden kunnen vinden die er zijn vingers aan had willen branden. Vandaar hun poging om het beeld in kleine stukjes te zagen en – vermoedelijk – te smelten.

Allemachtig, wat een werk voor een paar honderd euro. Zeker als je daar de planning en de nachtelijke uren van de roof nog eens bijrekent. Dat levert een uurtarief op waar je vandaag de dag geen loodgieter meer voor kunt krijgen.

De directie van het Singer Museum luchtte haar woede treffend geformuleerd in een persbericht: “De brute behandeling die het unieke historisch bronzen beeld ten deel viel, vanuit de kennelijke interesse in niets anders dan het materiaal, tekent de stompzinnigheid van de daad.”

Nee, echte denkers zijn het niet, die bronsdieven. Dat had Hendrikje ze nog haarfijn kunnen uitleggen.